Kan leven vanzelf ontstaan?
Als de evolutietheorie klopt, zou het eerste leven ooit vanzelf zijn ontstaan. Maar wist je dat het vanzelf ontstaan van leven in strijd is met de natuurwetten?
Technisch gezien maakt het ontstaan van het leven geen deel uit van de evolutietheorie. Maar het is wel iets dat stilzwijgend wordt verondersteld. Aan de andere kant: als leven niet vanzelf kan ontstaan, is er niets om te evolueren. Daarom is het goed eens stil te staan bij deze stilzwijgende aanname van evolutie: is het mogelijk dat het eerste leven uit zichzelf ontstond vanuit niet-levende materie?
In de jaren 50 werd een beroemd experiment uitgevoerd, het ‘Miller-experiment’. Hierbij bootste men in een laboratorium de vroege aard-atmosfeer na. Bij het experiment ontstonden zowaar een paar aminozuren, dat zijn de bouwstenen van eiwitten. Een prachtig resultaat, dat laat zien dat de bouwstenen van leven vanzelf kunnen ontstaan! Maar alleen bouwstenen maken nog geen leven.
Kip of ei?
Zelfs de allereenvoudigste levende cel is enorm complex. Er zitten allerlei eiwitmachientjes in, opgebouwd uit aminozuren, die elk een eigen, specifieke taak hebben. De ‘blauwdrukken’ voor het maken van al die eiwitten staat gecodeerd op het DNA. Maar om die code te kunnen lezen en om te zetten in eiwitten, heb je een reeks specialistische eiwitmachientjes nodig. Wat was er eerder? DNA of eiwit? Je hebt eiwitten nodig om DNA af te lezen, maar de code voor het maken van eiwitten staat op het DNA.
Het is een kip-of-ei-verhaal. Alle aanwijzingen suggereren dat het DNA en de eiwitten gelijktíjdig aanwezig moeten zijn.
Complex
Hoe meer men weet over het eerste leven, hoe onwaarschijnlijker het is dat het leven ooit vanzelf ontstond. Een paar voorbeelden:
– Eiwitten en DNA zijn zogenaamde ‘polymeren’, lange moleculen die zijn opgebouwd uit allemaal losse eenheden. De scheikunde leert dat polymeren na verloop van tijd wel uiteenvallen tot de bouwstenen, maar dat het samenkoppelen van de bouwstenen tot polymeren niet vanzelf gebeurt. Dat kan alleen als dat proces wordt gestuurd, bijvoorbeeld in een cel of in een chemische fabriek.
– De 20 verschillende aminozuren waaruit eiwitten bestaan hebben op één na twee verschillende spiegelbeeldvormen (zoals je handen ook elkaars spiegelbeelden zijn). De ‘linkshandige’ structuur wordt in levende cellen gebruikt, maar de ‘rechtshandige’ structuur is dodelijk! Hoe weet de ‘blinde’ natuur alleen maar de linkshandige vorm te gebruiken in de eerste eiwitten?
– Eiwitten vervullen specifieke functies. Daarvoor is het belangrijk dat de volgorde van de aminozuren héél nauwkeurig is geregeld. Een kleine afwijking, en het eiwit functioneert niet. Het is statistisch gezien onmogelijk om een functioneel eiwit te krijgen door alleen maar het willekeurig aan elkaar rijgen van aminozuren.
De kans dat het vanzelf goed gaat, is gewoon veel en veel te laag. Zelfs als je miljarden jaren allerlei willekeurige combinaties zou proberen.
– De code op het DNA zit heel ingenieus in elkaar. Zó ingenieus, dat mensen het een taal noemen (en daar heeft het wel wat van weg). Bovendien bevat DNA informatie en informatie is een zogenaamde ‘niet-materiële eigenschap’. Dat betekent dat materie (zoals de letters die je nu leest) niet uit zichzelf kunnen leiden tot nuttige informatie. Er is een intelligentie (in dit geval van de auteur) voor nodig om de materie (letters) zó te rangschikken dat informatie kan worden overgedragen.
Dat er informatie in je DNA zit, wijst erop dat er een Auteur is geweest Die het daarin heeft geschreven.
Op basis van al deze zaken, en nog veel meer, kun je eigenlijk maar één logische conclusie trekken: leven kan niet vanzelf ontstaan.
Natuurwet
Er is nog een belangrijke waarneming die de conclusie dat leven niet vanzelf ontstaat onderschrijft. Namelijk de waarneming dat leven alleen voortkomt uit leven. Dat heet met een technisch woord ‘biogenese’ (van de Griekse woorden bios = leven en genesis = begin, ontstaan). Tot nu toe is er geen enkele waarneming geweest die het tegengestelde zegt. Daarom is dit een natuurwet: de wet van biogenese. Het ontstaan van leven uit niet-levende materie (abiogenese; het voorvoegsel a- betekent ‘niet’) druist regelrecht tegen deze natuurwet in.
Wie in de evolutietheorie wil geloven, moet dus geloven dat een natuurwet kan worden overtreden. De Bijbelse term voor het overtreden van natuurwetten is ‘wonder’.
Hoe je het ook wendt of keert, het ontstaan van het leven is een wonder: het kan niet als je alleen maar de natuurwetten netjes volgt. En als je dan toch in een wonder moet geloven, waarom dan niet gewoon een wonder waarvan je wéét dat het is gebeurd: de schepping van de wereld in zes dagen. Dat is net zo wonderlijk als evolutie en het vanzelf ontstaan van het leven.
Geloven in de zesdaagse schepping heeft één groot voordeel ten opzichte van een geloof in evolutie: God Zelf bevestigt de historiciteit van dít wonder!
(Exodus 20:11)