Het huis van David
Koning David is een van de belangrijkste personen uit de Bijbel. Hij is de voorouder van niemand minder dan de Messias. Hij volbracht vele veldtochten, verzamelde rijkdommen, liet een stad naar zich vernoemen en trof alle voorbereidingen voor de bouw van de tempel. O ja, en hij komt buiten de Bijbel om niet voor in de geschiedenis. Tenminste, tot 1993…
Dat iemand met naam en toenaam in de Bijbel wordt genoemd, is voor veel mensen vandaag de dag niet genoeg reden om aan te nemen dat deze persoon ook echt heeft bestaan. De Bijbel is immers een religieus boek. Men gaat er dan aan voorbij dat de Bijbel naast dat het een religieus boek is, ook met beide benen (kaften?) op de grond staat. Zo staan er vaak zinnetjes als ‘zus-en-zo staat er nog tot op de dag van vandaag.’ Alsof de schrijver je wil uitdagen: “Ga er maar eens kijken. Onderzoek het maar. Dan kun je zien dat het klopt wat ik schrijf.”
Een andere reden om de Bijbel als historisch geschrift serieus te nemen, is omdat er veel naar historische gebeurtenissen en personen wordt verwezen. Een sprookje gaat altijd over ‘lang geleden, in een land hier ver vandaan’. Maar in de Bijbel gaat het over: ‘In het vijftiende jaar van de regering van keizer Tiberius, toen Pontius Pilatus stadhouder was over Judea, Herodes viervorst over Galilea, zijn broer Filippus viervorst over Iturea en over het land Trachonitis, en Lysanias viervorst over Abilene, onder de hogepriesters Annas en Kajafas, geschiedde het…’ (Lukas 3:1-2a). Hoe concreet wil je het hebben?
Ondanks al deze historische feiten wordt de Bijbel nog steeds vaak als louter een religieus (lees: onbetrouwbaar) boek weggezet. Het helpt dan als er ook buiten-Bijbelse aanwijzingen zijn voor bepaalde personen of gebeurtenissen. In het geval van de belangrijke koning David ontbraken die aanwijzingen lange tijd. Maar in 1993 werd bij de Bijbelse plaats Dan een in stukken gebroken steen met een inscriptie gevonden.
Een groot deel van de inscriptie is verloren gegaan, maar in het stuk wat er nog wel over is gebleven, staan zes hele interessante Oudhebreeuwse letters. Van rechts naar links: beet, jod, taw, dalet, waw, dalet. Deze letters vormen de woorden ‘beyt Dawid’, oftewel ‘huis van David’. Hierbij gaat het niet om het fysieke bouwwerk waarin David woonde, maar om zijn koningshuis, zijn dynastie.
Naast deze Tel Dan-stèle, zoals de steen met de inscriptie wordt genoemd, zijn er nog twee andere mogelijke buiten-Bijbelse aanwijzingen voor het bestaan van David. Een daarvan, de Mesha-stèle, bevat ook de tekst ‘beyt Dawid’, al zijn niet alle geleerden het erover eens dat dit de juiste lezing van de tekst is. Een derde mogelijke verwijzing naar David vind je in Egypte. Daar is een reliëf met de overwinningen van farao Sjosjenq I (volgens velen dezelfde als de Bijbelse Sisak) vermeldt dat deze farao een rooftocht door Israël heeft volbracht waarbij hij ook de ‘hoogten van David’ aandeed. Maar omdat het reliëf beschadigd is geraakt, is deze interpretatie onzeker.
De Tel Dan-stèle blijft de beste buiten-Bijbelse aanwijzing voor het bestaan van koning David.
Dit soort buiten-Bijbelse bronnen zijn belangrijk, want ze bevestigen wat de meeste christenen al lang weten, of in ieder geval geloven: dat de Bijbel een historisch betrouwbaar geschrift is.
En als je de Bijbel kunt vertrouwen op de historische zaken, zoals het bestaan van koning David en zijn ‘huis’, dan mag je de Bijbel ook vertrouwen als het om niet-controleerbare zaken gaat, zoals dat uit dat huis van David de Messias is geboren, Jezus Christus, en dat je door in Jezus te geloven een eeuwig leven in het vooruitzicht hebt!