Gefeliciteerd, Methusalem!
“Gefeliciteerd, Methusalem! Je ziet er geen dag ouder uit dan 960! Begin maar vast de kaarsjes uit te blazen. We komen over een uur wel terug.” Van sommige personen uit de Bijbel staat genoemd hoe oud ze werden. En dat was oud. Ongeloofwaardig oud. Of is het toch niet zo ongeloofwaardig als het op het eerste gezicht lijkt?
Adam werd 930 jaar. Noach 950. Methusalem is de oudste van wie de leeftijd in de Bijbel staat genoemd: 969 jaar. Bijna een millennium. Beeld je eens in wat die man allemaal moet hebben meegemaakt, gezien en gedaan…
Veel mensen denken dat de hoge leeftijden van de mensen uit de Bijbel zijn verzonnen, of dat je er een ‘correctiefactor’ op moet toepassen. Misschien werd Methusalem geen 969 jaar, maar 969 maanden (80 jaar)? Maar ja, dan krijg je weer een probleem met Henoch, die op zijn 65-ste een zoon krijgt (65 maanden is bijna 5,5 jaar, het is net zo ongeloofwaardig dat iemand dan vader wordt). Nee, het lijkt erop dat je de jaren toch echt als jaren moet lezen. Hoe konden mensen vroeger zo oud worden?
DNA
Enkele decennia geleden dachten veel Bijbelgetrouwe wetenschappers dat er voor de zondvloed een waterkoepel om de aarde zat, die schadelijke straling van de zon tegenhield. Die theorie wordt ondertussen door nog maar weinig wetenschappers aangehangen. Ten eerste ontbreekt elk spoor van bewijs voor zo’n koepel, en ten tweede is die ook niet meer nodig in de wetenschappelijke modellen. Tegenwoordig zoekt men de oorzaak voor de hoge leeftijden van de aartsvaders vooral in het DNA. Dat zit (sterk versimpeld weergegeven) zo:
- Gedurende je leven wordt je DNA continu gekopieerd.
- Bij elke kopie wordt het DNA aan de uiteinden een klein beetje korter.
- Wordt het DNA te kort, dan kan het niet meer worden gekopieerd en sterft de betreffende cel waarin het zit af.
- Uiteindelijk gebeurt dat bij te veel cellen van vitale organen, en je lichaam sterft.
- Door foutjes in je DNA (mutaties) kan dit verouderingsproces worden versneld, en is de kans groter dat je komt te overlijden als gevolg van een genetische aandoening.
Flessenhals
De eerste mensen hadden waarschijnlijk een perfect DNA. Er zaten nog geen genetische foutjes in die het DNA, en hun leven, verkortte. Daardoor konden ze heel lang leven. Maar na de zondvloed ontstaat er wat biologen een ‘genetische flessenhals’ noemen. De hele wereldbevolking wordt teruggebracht tot acht personen, die ook nog eens nauw aan elkaar verwant zijn. Dat betekent dat de mensen die afstammen van Sem, Cham en Jafeth voor een deel dezelfde genetische foutjes hebben, wat de genetische gezondheid van de mensheid niet ten goede komt. Je ziet dan ook het logische gevolg na de zondvloed: de leeftijden van de aartsvaders lopen terug. Werd Noach nog 950 jaar, Sem haalt net de 600. En zijn zoon Arfachsad wordt ‘maar’ 438. En zo door naar Abraham (175) Isaäk (180) en Jakob (147). Mozes, die vijfhonderd jaar later leefde, weet nog 120 te worden, en daarna vlakken de leeftijden af naar de 80 of 90 jaar die mensen vandaag de dag bereiken. Hoewel het vandaag niet meer mogelijk is om bijna duizend jaar te leven, kon dat vroeger met gemak. De biologie staat het in ieder geval toe.