Je bekijkt nu Thirza is doodstil en vraagt zich af: ‘Zou ik ook zoveel lef hebben’?

Recht doen is ... sorry zeggen

Er staat een man op het podium, een bekend gezicht. Hier vanaf dit veilige plekje op het balkon in de kerkzaal, kunnen we zijn gezicht goed zien. Het is een van de mensen die de voorzang leidt. Ze helpen de gemeente om hun focus te verplaatsen van de dagelijkse sleur naar God.   

Ook deze ochtend geeft hij wat liederen op en vertelt hij soms kort iets over de betekenis ervan. Totdat hij zichzelf onderbreekt. Hij kondigt aan dat hij iets ongebruikelijks gaat doen. Hij begint te vertellen over een klein incident tijdens een gemeentevergadering.

Tijdens de vergadering was er een discussie ontstaan. Iemand had hem gekwetst. De ‘schuldige broeder’ was naar zijn woning toegekomen om te blijven wachten totdat hij thuis kwam. Daar overhandigde de broeder hem een brief én zijn excuses. Deze brief ging de voorzanger nu voorlezen. De schrijver had daar toestemming voor gegeven.

Terwijl de de woorden uit de brief worden uitgesproken gaat er van alles door mijn hoofd: De woorden klinken oprecht en schuldbewust. De man schrijft alsof hij een wond in zijn hart heeft, omdat hij een ander pijn heeft gedaan. Deze man moet zichzelf wel goed kennen! En wat een lef heeft deze gast – dat hij het goed vindt dat dit zo wordt voorgelezen!

Zou ik dit doen? Zou ik een fout willen en kunnen erkennen? Zou ik naar ‘het slachtoffer’ toestappen en om vergeving vragen? Zou ik zo diep gaan om de relatie met mijn medegelovige te herstellen?

Niet alleen mijn hoofd draait op volle toeren. De gemeente is doodstil, de ruimte gevuld met emoties en kwetsbaarheid. Het is alsof iedereen één gedachte heeft: 

‘Wat als iedereen het lef zou hebben om vergeving te vragen? Wat als iedereen zijn of haar schuld zou belijden?Zouden scheve verhoudingen dan weer recht komen te staan? Zou iedereen elkaar dan weer durven aankijken? Zouden openliggende wonden dan weer kunnen helen?’

De schrijver rond af. Op dat moment wordt zijn identiteit onthuld. 

Het is mijn vader. 

Opeens lijkt het alsof de hele gemeente naar mijn gezin kijkt. Mijn hoofd wordt in een milliseconde zo rood als een boei. De man die ik zie als een voorbeeld blijkt ook fouten te maken. Maar hij rent er niet van weg. Hij laat zich door God corrigeren en doet recht aan de mensen om hem heen. Hij ziet om naar de ander, al druist dat in tegen zijn gevoelens van eigenwaarde.

Terwijl mijn hoofd weer zijn normale kleur begint te krijgen, vult mijn hart zich met blijdschap en trots. Als ik later groot ben wil ik net zo worden als mijn vader!!

Thirza van der Neut

Stagiaire van Heartbeat, student Theologie, koningin van Pure Heart en dól op pure chocola.