Als de hemel de aarde raakt
Het slingerpaadje dat voor ons ligt, wordt aan beide kanten omgeven door planten en bloemen. Het mooie weer van de afgelopen dagen heeft de natuur duidelijk goed gedaan, alles staat in volle bloei. De zonnestralen die het pad omringen maken het plaatje helemaal af. “Wauw,” hoor ik naast me, “het lijkt wel een poort naar de hemel.”
Als ik heel eerlijk ben had ik dat een paar jaar geleden helemaal geen fijn idee gevonden. Natuurlijk, ik heb altijd geleerd dat de hemel mooier zal zijn dan wij ons kunnen voorstellen. Dat is wat je hoort te denken, toch? Een plek die helemaal perfect is, zonder pijn en verdriet, hoe kan je daar niet naar uitkijken? En dat deed ik ook wel, maar het liefst pas over 100 jaar. Als ik mijn bucketlist helemaal afgewerkt heb. Als ik alle reizen die ik wil maken gemaakt heb. Als ik hier op aarde alles al gedaan heb.
Tot ik een paar jaar geleden in de grote tent stond bij Opwekking. Het was maandagochtend, en we besloten met onze roodverbrande, vermoeide hoofden een laatste dienst mee te pakken. De zon scheen in onze nek en om ons heen stond iedereen duidelijk te genieten.
We zongen en aanbaden God en ik dacht: ‘Nou, als dit is hoe het eraan toegaat in de hemel, klinkt dat helemaal niet verkeerd.’ Het leek alsof de hemel heel even een stukje openging.
Sinds die dag heb ik vaker van die kleine momenten. Bij een wandelingen in de natuur, waar ik hierboven over schreef. Wanneer ik gepassioneerde mensen hoor spreken over hoe ze zich inzetten voor anderen. Tijdens spontane gesprekken waarvan ik helemaal vrolijk thuiskom. Momenten waarop de hemel eventjes de aarde raakt.
Ik geloof dat wij worden geroepen om zulke momenten te creëren. Om iets van de hemel te laten zien op aarde. En om dat met zoveel overtuiging te doen dat anderen er iets van God in zien. Zodat we met een steeds meer mensen kunnen genieten van Gods goedheid en tegelijkertijd uitzien naar het moment dat we voor altijd in die goedheid mogen leven.